zaterdag, juli 15, 2006

Oplossingen van de problemen 7 en 8
(van 10 en 12 juli)
Opgave 7. Aljechin-Nestor (Trinidad 1939). De zwakte van zwarts achterste rij, helpt wit te winnen met een combinatie, gebaseerd op promotie, door 1. Tc8! te spelen. 1. … Txc8. (Op 1. … Db6 volgt 2. Df8+ met mat). Nu speelde wit 2. De7!! en won, aangezien op 2. … Dxe7 3. dxc8D en mat volgt, of op 2. … Dc6 3. d8D+, of op 2. … Kg8 3. d8D+, gevolg door mat.


Opgave 8. Weyer-Bernhard (Würzburg, 1954). Zwart gaf hier, zoals bij de opgave vermeld, nog één keer schaak met 1. … Tf5+, onder het motto: “het schaak der wrake” . De zet had een uitroepteken verdiend, als zwart de zet bewust had gedaan, om een laatste poging te doen, niet te verliezen en een valstrik te proberen. Maar zo bewust was de zet kennelijk niet, want toen wit antwoordde met 2. Kg4? gaf zwart op, omdat hij verwachtte met 3. Tg7+ mat gezet te worden. Hij had echter met 2. … Txg5!! remise kunnen bereiken, omdat na 3. Lxg5 zwart zomaar pat(!) staat, terwijl na elke andere zet de witte loper verloren gaat!

Geen opmerkingen: