woensdag, april 04, 2007

Schaakclub Ten Boer: 27e ronde in de clubcompetitie

Bij SC Ten Boer werd op dinsdagavond 3 april de 27e ronde van de onderlinge competitie gespeeld. De uitslagen waren:

Klaas Dijkhuizen(w) - Roelof Kroon(z): ½-½


Jan Pilon(w) - Albert Prins(z): ½-½

Marten Berends(w) - Piet Beetsma(z): 0-1

Baudewijn Michel(w) - Harm Buter(z): 1-0

Wim van Dijken(w) - Erik Stam(z): ½-½

Wopko Dijkema(w) - Ad Mertens(z): 1-0

Albert zag wederom geen kans de 'vesting Pilon' te slechten (omgekeerd overigens ook niet), wat betekent dat zijn bijna traditionele 3e plaats in de clubcompetitie momenteel ernstig gevaar loopt, met nog maar weinig ronden voor de boeg. Zelfs de 4e plaats is niet zeker meer, aangezien de samensteller van Alberts SchaakBlog ook de in 'Stad en Ommelanden' gevreesde schakers Kroon en Dijkhuizen weer gaat tegenkomen,voor wie genade een onbekend begrip is, terwijl medekandidaat voor de 4e stek, Piet Beetsma, op zeer korte afstand op de loer blijft liggen. Slechts 1 klein lichtpuntje ziet blogger Albert voor volgend seizoen als de voorgaande sombere visies inderdaad zouden worden bewaarheid: dat hij het dan in de NOSBO eens aan het 4e of 5e bord kan gaan proberen... Dat zou na 30 jaar toch een kleine verlichting betekenen.

Over Kroon en Dijkhuizen gesproken: tussen deze matadoren speelde zich iets af wat we misschien een lichte aanvaring zouden kunnen noemen. De witspeler had in een eindspel met ongelijke lopers een voorsprong van drie pionnen bereikt, maar de verdedigende zwarte koning en loper waren in staat een witte promotie te verhinderen, zoals dat in dit type eindspel niet ongebruikelijk is. Wit speelde echter nog geruime tijd door om zwart tot een verkeerde zet over te halen. Toen dit evenwel niet lukte, staakte hij verder pogingen en claimde remise.
Daarop vertoonde de zwartspeler echter weer de neiging door te willen spelen, omdat wit bijna door zijn tijd heen was (wit had de klok niet stil gezet, wat je toch bij een remiseclaim moet doen). De redenering van zwart was dat wit hem in de resterende tijd toch niet mat zou kunnen zetten, zelfs als hijzelf (zwart) promotie zou toelaten en wit zou dan vervolgens op tijd verliezen.
Voorwaar voor de arbiter (hier toevallig uw blogger) een moeilijk probleem. Uiteindelijk besloot hij tot remise, zich daarbij baserend op de gedachtengang dat:

1) het bij correcte voortzetting inderdaad remise zou zijn en dat
2) wit in de tientallen zetten daarvoor niets was opgeschoten en dat
3) zwart met remise ook niet echt mocht mopperen.

Ik heb zelf een beetje de indruk dat de schaakwereld tot op de hoogste niveaus hier niet uit is. Aan de ene kant lezen we in de FIDE-regels dat de arbiter de partij remise moet verklaren als hij van oordeel is dat de tegenstander (van de remiseclaimer) geen poging doet de partij op een normale manier te winnen of dat het niet mogelijk is om op een normale manier te winnen. Dit was hier, denk ik, eigenlijk wel van toepassing. Aan de andere kant meen ik ooit in de NOSBO-regels te hebben gelezen (ik heb ze nu even niet bij de hand) dat het niet juist zou zijn een theoretische remisestelling inderdaad tot remise te verklaren want: de tijd mag best een rol spelen. Dat houdt dus in dat het heel normaal zou zijn als je gaat proberen in een geheide remisestelling je tegenstander door de klok te jagen!
Volgens mij betekent dat dat de regels van de FIDE en de NOSBO zich hier lijnrecht tegenspreken!

Ik ben geneigd hier eerder de FIDE-regels te volgen en een dergelijke partij remise te verklaren. Het lijkt me werkelijk te gek om een partij waarin beide partijen over een koning en een toren beschikken, door de klok te laten beslissen!! Dat heeft zo langzamerhand met schaken niet veel meer te maken.

Wat is er de komende dagen te verwachten op Alberts SchaakBlog?

1) de oplossing van de opgaven 98 en 99
2) opgave 100(!!). Een heus jubileum!!

3)
de nieuwe stand in de onderlinge competitie van SC Ten Boer.

Geen opmerkingen: