donderdag, oktober 25, 2007

Perikelen rond de mobiele telefoon (2): een reactie

Op mijn betoog over het wel en wee (vooral het laatste) van de mobiele telefoon naar aanleiding van de wedstrijd Ten Boer - Van der Linde (verslag van 24 oktober) is een reactie van Fred Steggink binnengekomen, die ik hier graag laat passeren.


Je snijdt hier een interessante discussie aan, waarom niet ook op het NOSBO forum? Ik vermoed dat het beroep op deze regel in het NOSBO reglement met opzet een beetje vaag gehouden is omdat de NOSBO ook beseft dat aan amateurs niet dezelfde eisen kunnen worden gesteld die gemeengoed zijn geworden voor laat ik zeggen de KNSB competite of hoger. De NOSBO zal hopen op wellevendheid en begrip die voor iedereen hetzelfde betekenen. Dat is teveel gehoopt. De vraag blijft: zou mijn tegenstander dezelfde clementie hebben gehad? Het ware chic geweest als die wedstrijd op 4-4 afgesloten had kunnen worden. oktober 24, 2007

Aldus Fred Steggink, die ik hierbij bedank voor zijn inbreng.

1) Om met het laatste te beginnen: het was inderdaad bijzonder chic geweest (dat noem ik nou sportief) als de wedstrijd uiteindelijk op 4-4 was afgesloten. Dat voorstel hadden dan onze tegenstanders moeten doen (misschien onder het motto voor wat hoort wat?) maar dat gebeurde niet. Sportiviteit die van één kant komt (of moet komen), dat is inderdaad een risico dat je kunt gaan lopen, als er geen duidelijke bepalingen zijn.

2) De vraag of de tegenstander dezelfde clementie zou hebben gehad moet helaas onbeantwoord blijven tot het volgende geval zich voordoet. Ik heb daarover in ieder geval mijn ernstige twijfels. Het doet me denken aan een verhaal op het Internet, waar een wedstrijdleider van een schaakclub zich beklaagt over het feit dat, nadat zijn club eerst diverse verzoeken van andere clubs om partijen vooruit te spelen had gehonoreerd, hun eigen (eerste) verzoek in die richting geweigerd werd. Zijn reactie was toen: "Dat doen we dus niet meer". Op zo'n manier moet je het dus kennelijk afleren. Door schade en schande wijs worden noemen we dat. Maar misschien moet je zulke ervaringen vóór zijn?

3) Op de veronderstelling dat het mooi zou zijn als wellevendheid en begrip voor iedereen hetzelfde zouden betekenen (het tegendeel blijkt iedere dag), kun je helaas geen reglement baseren en zeker kun je vanuit die gedachte redenerend, geen onzekerheden in een reglement inbouwen of laten voortbestaan. Als de wereld ideaal in elkaar zou zitten, zou zelfs geen enkele regel nodig zijn.

4) Verder ben ik het op één punt niet met Fred eens, namelijk dat aan amateurs niet dezelfde eisen kunnen worden gesteld als aan 'hogere' schakers (als hij dat tenminste echt bedoelt, in zijn volgende zin lijkt hij dat weer tegen te spreken), als het tenminste om een simpel iets als mobiele telefoons gaat. Dat blijkt immers ook wel uit het, al door mij ter sprake gebrachte, feit dat tijdens de gemeenschappelijke competitierondes die eis (dat geen telefoon mag afgaan) wel ineens gesteld kan worden! Wat ik in ieder geval voor bijzonder kwalijk houd, is dat met opzet, zoals Fred veronderstelt, het reglement misschien vaag gehouden zou worden. Dat maakt het nut van regelgeving wel erg gering en vraagt, vroeg of laat, om grote problemen.

5) Ik wil de discussie maar beperken tot mijn eigen weblog. Iedereen kent het probleem en bij de NOSBO zal men, hoop ik, uiteindelijk ook beseffen dat een en ander (te) onduidelijk op papier staat. Men moet alleen nog iets (willen) veranderen in de competitieregels, in welke richting dan ook. Het samenstellen van een, bij voorkeur sluitend, reglement vraagt om het doorhakken van knopen.

Geen opmerkingen: