woensdag, maart 12, 2008

Ronde 24 clubcompetitie SC Ten Boer

Terwijl op dinsdagavond 11 maart 2008 de hoosbuien meedogenloos neerkletterden op het dak van het Buurhoes in Ten Boer (maar gelukkig daar niet alleen, dan zou ik pas echt ongerust zijn geworden) was het binnen warm en gezellig. Tien schakers waren aanwezig om de tegenstanders het leven moeilijk te maken op de 64 velden. Elkaar te vuur en te zwaard bestrijden en het toch gezellig houden: ziedaar de niet eenvoudige opgave waarvoor elke schaakclub zich geplaatst ziet. Een en ander lijkt gisteravond toch weer redelijk gelukt te zijn.

De uitslagen:

Baudewijn Michel (w) - Roelof Kroon (z): 0 - 1
Klaas Dijkhuizen (w) - Gerard Zijlema (z): 1 - 0
Albert Prins (w) - Marten Berends (z): 1 - 0
Harm Buter (w) - Jan Pilon (z): 1 - 0
Fré Blok (w) Wopko Dijkema (z): ½ - ½

Alweer heb ik van de diverse partijen niet gek veel gezien: mijn eigen wederwaardigheden namen me daarvoor te veel in beslag.

Roelof had tegen Baudewijn al vrij snel de betere stelling, vond ik, de een of twee keer dat ik bij hun bord stond. Roelof wist dat kennelijk in niet heel erg veel tijd uit te bouwen tot winst.

In een dameloos middenspel leek Gerard tegen Klaas nog redelijk te staan, maar ook hier wist de op papier sterkere door te drukken en stonden, naar de opmerkingen van beide spelers te oordelen, de witte stukken op gegeven moment irritant goed.


Tussen Albert en Marten ontwikkelde zich een spannende partij, waarbij Albert (misschien waren een of twee van zijn wat eerdere zetten voor het kritieke moment niet de sterkste) zich enigszins in het nauw gebracht voelde en een remiseaanbod aan de haag zijner tanden liet ontsnappen. Zijn zet vlak daarvoor was overigens wel heel goed (al zegt hij het zelf) en pareerde enkele dreigingen. Marten besloot na enig denkwerk door te spelen (hij stond ook veelbelovend) en .... deed prompt de verliezende zet, omdat wit een antwoord kon laten volgen dat stukwinst betekende.


BERENDS
PRINS

Hierboven de stelling na de 20e zet van zwart. Op de 19e zet had zwart lopers afgeruild op e5. Ik aarzelde toen of ik met fxe5, of met dxe5 moest antwoorden (de zwarte dame stond op d8, lopers op e5 en d6 en een witte pion op f4). Misschien dat dxe5 sterker was geweest, omdat 1) de loper op d5 ging sterke aftrekzet heeft en wit Tad1 kan laten volgen, waarna hij uitstekend staat en 2) de zwarte dame niet naar g5 kan komen, wat op zich een goede zet is. Ik nam dus uiteindelijk met fxe5 terug, waarna de dame inderdaad naar g5 kwam. Het paard van h5 dreigt nu heel sterk naar f4 te komen, met onaangename gevolgen voor wit. Er is naar mijn mening maar één sterke zet voor wit en dat is 21. Tf2! Gelukkig speelde ik die zet ook. Het paard op d2 wordt gedekt en, niet onbelangrijk, pion g2 krijgt extra bescherming. Toch schatte ik kennelijk de toekomst als onzeker in en stelde zwakjes remise voor (het zal Albert weer niet wezen...). Marten dacht geruime tijd na en verklaarde toen door te willen spelen. De zet 21. ... Pf4? verscheen op het bord en hoe is het mogelijk: de zet die zonder Tf2 winnend zou zijn geweest is nu verliezend. Opeens zag en speelde ik ook 22. De3! en de partij is voorbij: 22. ... Lxg2 (wat anders?) 23. Dxf4 Dxf4 24. Txf4 en wit won het eindspel. Ook bijvoorbeeld 22. ... Le4 zou niet meer geholpen hebben: 23. Lxe4 fxe4 24. Pxe4 Df5 25. Pf6+ enz.

Fré wist knap Wopko op remise te houden en stond in de loop van de partij zelfs af en toe beter.


De verrassing van de avond was de strijd tussen Jan en Harm. Van Harms neiging af en toe wat royaal met zijn stukken om te springen was nu niet veel te merken en hij speelde een degelijke partij. In een vrijwel gelijkstaand eindspel gaf Jan echter pardoes zijn dame weg (een zeldzame gebeurtenis) waarna Harm meteen een punt rijker was.


Afwezig waren Jelto-Jan Zwart, Wim van Dijken, Ad Mertens en Erik Stam, terwijl Piet Beetsma een SN had.

1 opmerking:

Anoniem zei

Eindspelstudie 25
Lc2-d3 (a2-a1)
Tc4-c1!
Ad Mertens