woensdag, maart 04, 2009

Opnieuw winst voor Schaakclub Ten Boer


Ten Boer weet niet van ophouden: opnieuw moest een tegenstander in het zand bijten. In de wedstrijd in de 1e klasse A tegen Veendam, trokken de Ten Boersters met 5½-2½ aan het langste eind. Het ziet er naar uit dat de club dit jaar op een van de bovenste plaatsen gaat eindigen. En dat terwijl vorig seizoen degradatie eigenlijk een feit was... (ja, ik word er niet moe van dit te herhalen). Het is net zoiets als wanneer Volendam door een toeval niet zou degraderen en volgend seizoen, na tweederde van de competitie op de tweede of derde plaats in de eredivisie zou staan: onvoorstelbaar! Ik geloof dat deze vergelijking toch niet helemaal klopt, maar ik laat hem voor de aardigheid maar staan....

De resultaten (vermeld zijn de KNSB-ratings van februari 2009) :

SC Ten Boer - SC Veendam: 5½ - 2½

1. Klaas Dijkhuizen (z)(1914) - P. Riksten (w)(1957) : 1 - 0
2. Marten Berends (w)(1628) - J. v.d. Laan (z)(1679) : 1 - 0
3. Jan Pilon (z)(1693) - Th. Mooijman (w)(1911) : 0 - 1
4. Albert Prins (w)(1743) - W. Smit (z)(1618) : 1 - 0
5. Roelof Kroon (z)(2112) - C. Braad (w)(1707) : 1 - 0
6. Piet Beetsma (w)(1665) - C. Dijkman (z)(1684) : 0 - 1
7. Baudewijn Michel (z)(1610) - F. de Raad (w)(1615) : 1 - 0
8. Gerard Zijlema (w)(1514) - P. Jongejan (z)(1540) : ½ - ½

Ik heb zelf van de partijen weinig gezien, aangezien ik het ouderwets moeilijk had in mijn partij tegen Ad Mertens voor de onderlinge competitie, die ik uiteindelijk wel won, maar pas na een zeer zware expeditie. Daarna zag ik nog hier en daar een flits van de NOSBO-strijd.
Klaas won aan bord 1 een mooie partij, waarin op het laatst een vrije c-pion naar de overkant kon snellen, zonder dat de tegenstander daar iets tegen kon doen. Marten (bord 2) won ook: niets van gezien (maar wel mooi natuurlijk). Jan (bord 3) verloor een wat lastig overkomende laveerpartij, terwijl over de winstpartij van Albert al voldoende is gezegd (zie de post van 25 februari).
Roelof won aan bord 5, maar had naar zijn zeggen slecht gespeeld. Mijn aansporing zijn kant op luidde dan ook: "Ik hoop dat je nog veel slechte partijen zult afleveren." Later nuanceerde hij een en ander door de toevoeging: "Ik speelde niet slecht. Mijn tegenstander gaf me niet de mogelijkheid om beter te spelen. Hierdoor stond ik lange tijd moeilijk". Piet verloor aan bord 6: ook niets van gezien. Baudewijn (7) zag ik nog net een superieure stelling tot winst brengen, terwijl Gerard zijn partij beheerst remise hield.

Waarom was mijn partij voor de onderlinge zo'n zware bevalling? Omdat een combinatie die me een pion zou opleveren aanvankelijk niet kon, vanwege een aftrekschaak door de loper van mijn tegenstander, dat mij de dame zou kosten. Toen kreeg ik even een forse black-out: ik dacht het aftrekschaak (op b4) met een pionzet te voorkomen (a3) en ging daarna vrolijk op de combinatie in. Maar loper b4+ was toen nog altijd mogelijk. Dat hield in dat ik die combinatie moest staken, op straffe van dameverlies, maar met wel op dat moment een paard acherstand, omdat terugnemen er opeens niet meer inzat. Vanaf dat moment stond tegenstander Ad uiteraard op winst. Toen we het eindspel ingingen stond hij nog steeds een stuk voor, maar toen begon er in de zwarte machinerie een en ander te haperen en liepen er wat radertjes droog. Even later was het een strijd van toren en paard (zwart) tegen toren en twee (al gevorderde) vrijpionnen geworden. Toen zat er voor zwart niet meer dan remise in, omdat het paard tegen beide pionnen kon (en moest) worden gegeven. Dat zag zwart niet en het paard werd tegen één pion geofferd. In het daarop volgende slot, waarbij wit een vrijpion op de damevleugel meer had, werd tenslotte door schrijver dezes gewonnen.
Voor de clubcompetitie derhalve:

Albert Prins (w) - Ad Mertens: 1 - 0
Wopko Dijkema (w) - Harm Buter: ½ - ½

Afwezig waren: Free Blok, Wim van Dijken en Erik Stam. Alfred Rodenboog had een SN.

Geen opmerkingen: