donderdag, augustus 26, 2010

Oplossing opgave 216 (van 19 augustus)

Heeft wit (aan zet) nog iets, of waarborgt de zwarte vrijpion in ieder geval remise?

Oplossing: Van der Veen - Gruschkova-Belska (Emmen 1957: de eerste schaakolympiade voor dames)


1. Pxd5! cxd5 2. Kf4! Kh3 3. c4! dxc4 4. d5 c3 5. Ke3! en wit wint.

Wit had dus wel degelijk nog iets. Dan een vreemd fenomeen: wanneer je uit een of andere bron een schaakopgave haalt en je probeert die dan nog eens, ter vergelijking, in een andere bron of op het internet te vinden dan levert dat wel eens andere gegevens op.

Deze oplossing is uit een boek afkomstig, maar op de website van Olimpbase vond ik de volgende voortzetting: 1. Pxd5 Kg3 2. Pe7 Kg2 3. Pf5 Kg1 4. Kd3 Kf2 5.c4 bxc4 6. Kxc4 Kf3 7. d5 en zwart gaf op (1-0). De boven vermelde oplossing staat hier tussen haken.

Ik neem aan dat deze laatste voorzetting ook de echte is en dat de boeksamensteller de opgave iets krachtiger en duidelijker (zeg maar: meer geschikt voor publikatie) heeft willen maken, door het paard op d5 meteen terug te nemen. Heel aardig allemaal, maar de werkelijkheid wordt dus op zo'n manier wel geweld aangedaan! Maar waarschijnlijk heb ik al eens eerder de aandacht op dit verschijnsel gevestigd. Er begin me al doende iets te dagen....

Alberts SchaakBlog ontving een anonieme oplossing (ook welkom!). Hij is in ieder geval goed.

1. Pxd5 cxd5 2. Kf4 Kh3 3. c4 lijkt me goed. Na 3... d/bxc4 loopt de witte d/b-pion door en zwart kan hem niet achterhalen met de koning. Als zwart zelf met de c-pion gaat lopen zal de witte koning op f4 hem achterhalen. na 4. d/b5 Kg2 5. d/b6 h4 6. d/b7 h3 7. d/b8D h2 8. Db/d2+ gaat zwart verliezen door de samenwerking tussen witte koning en dame. 7. Dg8+ werkt ook. 21 augustus 2010 10:08

Geen opmerkingen: