zondag, november 24, 2013

Oplossing opgave 275


Wit aan zet


Een mooi dame-eindspel dit keer. Het gaat om een partij die beslissend was voor een landskampioenschap.

De vraag is: zag wit kans deze stelling vrij vlot tot winst te brengen of stemde hij uiteindelijk, tot wanhoop gebracht door de talloze schaakzetten die zwart op hem losliet, in met remise?


Antwoord: Petrosian-Gulko (kampioenschap Sovjet-Unie 1975)

1. Dd5+! Wanneer zwart nu 1. ... Kf8 speelt, volgt 2. Df3+ en er worden dames geruild, waarna wit moeiteloos wint. Als zwart 1. ... Kh8 doet volgt 2. Dd8+ Kh7 3. Dd3+ wat overgaat in de hoofdvariant. Speelt zwart 1. ... Kh7 dan gaat het verder met 2. Dd3+ Kg8 3. Db3+ en na 3. ... Kf8 4. Df3+ of 3. ...Kh7 4. Dh3 is het ook afgelopen.


Het komt er eigenlijk op neer dat wit snel had kunnen winnen, maar dat niet deed en pas na bijna 30 zetten alsnog de winst greep. Hierover hieronder meer.


Ik ontving twee antwoorden:


Klaas Dijkhuizen:


Lastig, maar 1.g6 lijkt het meest logisch. Zwart moet op eeuwig schaak spelen met direct Dg5 en wit moet ergens in de hoek a4-d4-a8-c8 een plekje zien te vinden waarop schaak met schaak kan worden beantwoord of dat een volgend schaakje wordt voorkomen. 


Roelof Kroon:


Ik wil afruilen naar een gewonnen pionneneindspel.
1. Dd5+
Na 1... Kf8 komt 2. Df3+ Dxf3 3. Kxf3 en zwart moet kiezen tussen het laten promoveren van de witte a-pion of een koningswandel naar de a-pion waarna wit de g-pion ophaalt en wint met zijn g-pion.
Na 1... Kh7 (of tussen voeging van 1... Kh8 2. Dd8+ Kh7) komt 2. Dd3+. Nu kan wit ook dameruil afdwingen: 2... g6 3. Dh3 of 2... Kg8 3. Db3+ Kf8 4. Df3+ of 3... Kh8/7 4. Dh3 of 3... Df7 4. Dxf7+ Kxf7 5. a5
Roelof 


Beide inzenders hebben in feite een mooi antwoord gegeven, antwoorden die ook nog eens min of meer elkaar aanvullen. Klaas omdat de partij inderdaad nog lang duurde (van bovenstaand diagram na 68 zetten tot en met zet 95 toen dameruil onvermijdelijk was geworden (er volgt ruil op f7) zij het dan dat wit toch won en Gulko opgaf) en bovendien was de eerste zet 1. g6 en Roelof omdat hij de in theorie snelste winstvoering geeft, waarnaar eigenlijk werd gevraagd.




De partij:


Petrosian-Gulko, 43e kampioenschap USSR, Erevan, 1975.


1.c4 Nf6 2.Nc3 e6 3.Nf3 b6 4.g3 Bb7 5.Bg2 Be7 6.O-O O-O 7.Re1 d5 8.cxd5 exd5 9.d4 Nbd7 10.Qb3 c5 11.dxc5 Nxc5 12.Qd1 Ne6 13.Nb5 Bb4 14.Bd2 Bc5 15.e3 Ne4 16.Bc3 a6 17.Nbd4 Nxc3 18.bxc3 Qc7 19.Qd3 h6 20.Re2 Rfe8 21.a4 Bf8 22.Rb2 Rab8 23.Nxe6 fxe6 24.Nd2 Rbd8 25.c4 a5 26.cxd5 Bxd5 27.Bxd5 Rxd5 28.Qg6 Rdd8 29.Rc2 Qd7 30.Nc4 Bc5 31.Nxa5 Bxe3 32.Nc6 Bd4 33.Rac1 Ra8 34.Nxd4 Qxd4 35.Rc4 Qe5 36.Qb1 Reb8 37.Rb4 Qd6 38.Rd1 Qc6 39.Qb3 Rb7 40.Rc4 Qe8 41.Re4 Rd7 42.Rxd7 Qxd7 43.Rxe6 Qf7 44.h4 Rb8 45.h5 Ra8 46.f3 Kf8 47.Qb4+ Kg8 48.Qc4 Rf8 49.f4 Kh8 50.Qd5 Qa7 51.Qd4 Kh7 52.Rxb6 Qa5 53.Qe4+ Kh8 54.Rb5 Qd2 55.Rd5 Qa2 56.Re5 Rb8 57.Re8+ Rxe8 58.Qxe8+ Kh7 59.Qe4+ Kh8 60.g4 Qd2 61.Kf1 Kg8 62.Qe8+ Kh7 63.Qg6+ Kg8 64.Qe8+ Kh7 5.Qe4+ Kg8 66.g5 hxg5 67.fxg5 Qd1+ 68.Kg2 Qxh5



 
69.g6 Qg5+ 70.Kh3 Qh5+ 71.Kg3 Qg5+ 72.Kf3 Qh5+ 73.Ke3 Qc5+ 74.Ke2 Qh5+ 75.Kd2 Qh2+ 76.Kc3 Qg3+ 77.Kc4 Qc7+ 78.Kd4 Qb6+ 79.Kc3 Qf6+ 80.Kd3 Qd6+ 81.Ke2 Qh2+ 82.Kf1 Qh3+ 83.Kg1 Qg3+ 84.Kf1 Qh3+ 85.Ke1 Qg3+ 86.Kd1 Qg1+ 87.Kc2 Qh2+ 88.Kb3 Qb8+ 89.Ka3 Qd6+ 90.Kb2 Qb6+ 91.Kc3 Qf6+ 92.Kc2 Kf8 93.Qa8+ Ke7 94.Qb7+ Kd8 95.Qd5+ 1-0

Het bijzondere dat ik nog had beloofd bestaat daarin dat in mijn bron (Leonard Barden's Chess Puzzle Book, Londen, 1977) weer, zoals ik vaker heb geconstateerd bij schaakopgaven, een verkeerde indruk wordt gewekt. In dit geval staat er: ...ex-world champion Petrosian worked out a precise move sequence from the diagram forcing the win. Can you equal Petrosian's title-winning calculation? 

Dan zoek je de partij op in Chessgames.com  en blijkt dat wit helemaal geen scherpe berekening heeft gemaakt, maar dat hij die juist heeft gemist! Opmerkelijk.


De vraagstelling had bijvoorbeeld ook kunnen luiden: Wit won uiteindelijk na nog 27 zetten. Had het ook sneller gekund? Dan was de werkelijkheid tenminste geen geweld aangedaan.


Geen opmerkingen: