zaterdag, november 15, 2014

Anekdotes uit de schaakwereld (13)



De Tsjechische grootmeester Richard Réti (1889-1929) gaf in 1925 een blindsimultaan aan 29 borden, destijds een record. Toen Réti na afloop vertrok liet hij zijn tas liggen. “Hartelijk dank” zei de grootmeester toen men hem later de tas teruggaf, “wat heb ik toch een slecht geheugen!”


Grootmeester Nimzowitsj (1886-1935) verloor door eigen fouten een toernooipartij van een zwakkere speler. Volgens de overlevering sprong hij na afloop van de partij op de tafel en schreeuwde: “Moet ik van deze idioot verliezen?”


Gesprek tussen twee schakers: “Mijn vrouw heeft gezegd dat ze van me gaat scheiden als ik niet stop met schaken!” “Maar dat is  verschrikkelijk!” “Ja, zeg dat wel, ik zal mijn vrouw heel erg missen!”


Een bekende schaker raakte in een toernooipartij in grote moeilijkheden, terwijl hij zich ook  steeds meer ergerde aan het gemompel en gefluister van toeschouwers om zich heen. Tenslotte wendde hij zich kwaad tot de man die het dichtst bij hem stond: “Wie schaakt hier  eigenlijk, u of ik?” De toeschouwer: “U, godzijdank!”


Bij het toernooi in Margate in 1935 werd het toppunt van heldenverering bereikt, toen een jongetje een toeschouwer om zijn handtekening vroeg. Toen die hem uitlegde dat hij geen bekend schaker was, antwoordde de jongen: “Alstublieft meneer, ik zag u praten met Capablanca!”

Albert Prins (SC Ten Boer)

Bovenstaande anekdotes verschenen ook in het novembernummer 2014 van de regiokrant BuurContact.

Geen opmerkingen: