vrijdag, augustus 14, 2015

Nogmaals het befaamde rookincident

In Anekdotes uit de schaakwereld 20 (bijdrage van 5 juni op dit weblog) noemde ik het alom bekende rookincident tijdens een groot schaaktoernooi, waarschijnlijk New York 1927, met Nimzowitsj, die allergisch was voor sigaretten- en sigarenrook, aan de ene kant van het schaakbord en, of Lasker, of Vidmar, of Bogoljubow, of Tartakower (de historici zijn het daar nog steeds niet helemaal over eens) aan de andere kant. 

Nu kwam me kort geleden via een attente buurman, die regelmatig in zijn achtertuin bezig is met het verslinden (gelukkig niet letterlijk) van misdaadromans, een interessante uitbreiding van dit verhaal ter ore.

In de roman Havana Bay van Martin Cruz Smith (New York: Random House, 1999; in Nederlandse vertaling verschenen onder dezelfde titel (Amsterdam: Anthos, 1999) is nog een andere variant van dit beroemde voorval te lezen. Nimzowitsj wordt niet met name genoemd en blijft anoniem, maar tegenover hem zit niet één van de vier hierboven genoemde krachtpatsers, maar Capablanca, de grote Cubaanse schaker (wereldkampioen 1921-1927).


Op pagina 181 lezen we namelijk het volgende:

------"Nee, hij heeft gelijk,' zei O'Brien en hij gaf een klopje op Arkady's knie. 'Arkady is iemand die gewoon een spelletje kaart is begonnen en de spelregels niet weet en de waarde van de fiches niet kent.' O'Briens zwarte pyama had zakken. Hij haalde er een dikke sigaar uit die hij tussen zijn vingertoppen heen en weer rolde. 'Ken je de grote Cubaanse schaakkampioen Capablanca? Hij was een genie, hij dacht tien, elf zetten vooruit. Hij rookte Cubaanse sigaren, natuurlijk, terwijl hij speelde. Tijdens een titeltoernooi had zijn tegenstander hem de belofte afgedwongen niet te roken. Toch haalde Capablanca zijn sigaar te voorschijn, kneep erin, likte eraan [Albert: wel heel erg plastisch!] en genoot ervan, en zijn tegentander werd er gek van, verloor het duel en zei dat de onzekerheid of Capablanca hem zou opsteken nog erger was dan wanneer hij hem oprookte.

Geen fraaie vertaling lijkt me, in een wat bonkig Nederlands, maar goed: de anekdote heeft er in ieder geval een versie bij gekregen!

Terzijde:

The whole problem with the world is that fools and fanatics are always so certain of themselves, but wiser people so full of doubts.

Bertrand Russell (1872-1970), Brits wis- en natuurkundige van wereldnaam, wijsgeer en Nobelprijswinnaar voor literatuur.

Geen opmerkingen: